Bij latex spuiten kan een klein foutje al zorgen voor een slordig eindresultaat. Druipers zijn daar een goed voorbeeld van: ze ontstaan snel en zijn lastig weg te werken zodra ze opdrogen. Een goede voorbereiding en techniek maken het verschil. 

In deze tekst lees je waar het mis kan gaan en wat je kunt doen om dat te voorkomen. Eén verkeerde beweging of te veel verf op één plek en de latex loopt naar beneden. Niet nodig, als je weet waar je op moet letten.

Waarom gelijkmatig bewegen van belang is

Bij latex spuiten draait alles om controle. De verfnevel moet gelijkmatig verdeeld worden, anders krijg je ophopingen die later als druipers zichtbaar worden. Een veelgemaakte fout is te lang op één plek blijven hangen of met ongelijke snelheid bewegen. De ene plek krijgt dan meer latex dan de andere, en overtollige verf zoekt zijn weg naar beneden. 

Dat gebeurt meestal ongemerkt, tot het te laat is. Daarom is het belangrijk om altijd met een vloeiende, constante beweging te werken. Rustige halen, met een vaste snelheid en op gelijke afstand van de ondergrond, zorgen voor een egaal resultaat. Alsof je de muur borstelt met lucht.

Hoe je begint en eindigt met spuiten zonder ophoping

Druipers ontstaan vaak bij het starten of stoppen van een spuitbeweging. Wanneer je op de muur begint met spuiten, is de kans groot dat je daar net iets te veel verf aanbrengt. De truc is om niet midden op het vlak te starten, maar net naast of buiten het werkgebied. Begin je beweging dus iets buiten de muur of het plafond, zet dan de trekker van het spuitpistool in, en beweeg vloeiend over het oppervlak. 

Eindig ook niet abrupt, maar houd de beweging doorlopend tot je weer buiten het oppervlak bent. Zo voorkom je ophopingen aan het begin en eind van je baan. Dit vraagt wat ruimte rondom het oppervlak, maar levert wel strak werk op.

Wat je moet controleren tijdens het spuiten

Ook tijdens het latex spuiten moet je alert blijven. Kijk goed naar het oppervlak waar je overheen werkt. Zie je natte plekken die zwaarder zijn dan de rest? Dan heb je waarschijnlijk te lang op die plek gestaan of je afstand niet goed gehouden.  De ideale afstand tussen het spuitpistool en de muur ligt meestal tussen de 20 en 30 centimeter, afhankelijk van het type spuit. Te dicht erop betekent te veel verf, te ver weg leidt tot een droge nevel die niet goed dekt. Ook de overlap tussen banen is belangrijk: houd ongeveer een derde overlap aan om egaal te blijven. Blijf bijsturen als je merkt dat de dekking ongelijk is of dat de verf te dik opdroogt. Zodra je druppelvorming ziet, is snel ingrijpen nodig. Stop met spuiten, dep het voorzichtig weg met een penseel of roller, en hervat met betere controle.

U heeft een bedrijf en u wilt deel uitmaken van onze directory

SPECIALE AANBIEDING
Krijg nu 30% korting op badkamermeubelen
Bezoek ons